Statistieken boeien mij niks!

Het is alsof ik Max Verstappen hoor als ik dit opschrijf. Ook hij houdt de schijn op dat het hem allemaal niet interesseert. Ik geloof er niets van. En ook mijn neus groeit als ik dit zeg.

Deze week wilde ik even kijken hoelang ik al ‘op Zwift zit’. Blijkt precies 3 jaar te zijn. In het begin schreef ik nog wat opbiechterig dat ik gezwicht was voor Zwift, als mooie aanvulling op buiten fietsen.

Nu durf ik het zonder schaamte te zeggen. Van herfst tot voorjaar Zwift ik meerdere keren per week. In die 3 jaar is Zwift veel uitgebreider geworden. Zo zijn er landen bijgekomen en kan ik via een Climbing portal de meest uitdagende bergen op mijn eigen zolder aanvallen. Ook kan ik een echte koffiepauze nemen als ik in een peloton rij. Hierdoor kan ik letterlijk even afstappen om te piesen of om een droge handdoek te pakken, zonder dat ik gelost word. Ik heb het alleen nog nooit gedaan. Voelt toch een beetje als lossen uit het peloton.

In 3 jaar tijd heb ik 10.000 km op zolder gefietst. Het stelt allemaal niets voor als ik naar de mensen kijk die ik volg.

Op 2 superzware tochten na heb ik alle Zwift-routebadges bij elkaar gefietst. Oh nee toch niet, afgelopen week zijn er nieuwe routes bijgekomen. Maar geef mij een paar weken en dan zijn die ook volbracht.

Ook heb ik de Tron-bike in de wacht gesleept. Hiervoor moet je 50.000hm achter de kiezen hebben. Overigens zit ik inmiddels al op 100.000hm. Maar ….. statistieken boeien mij niks.
Levels overigens ook niet. Ik zit op level 39. Van de nieuwe shirts of schoenen die je dan ‘unlocked’ maak ik nauwelijks gebruik. Ook in de echte wereld heb ik een kast vol hangen en pak ik toch vaak weer hetzelfde setje.

Climbers portal

320 uur heb ik mijn ‘rondjes’ op zolder gedraaid. Ieder uur maakte ik zo’n 300 hm. En die 10.000 km reed ik met een gemiddelde van 32 km per uur. In real-life had ik dat natuurlijk nooit gehaald. Zwift is anders. Daar kun je in de afdaling met 70 km per uur door de bocht terwijl je met iemand chat of een appeltje schilt. Dus het zegt allemaal niets. Statistieken boeien mij niks, maar ik vind het wel leuk om te weten.

Up and down in Hampshire

Fietsen in Hampshire is een mooie belevenis. Zeker in oktober bij een graadje of 22. Vooraf zeiden vrienden ‘oh, oktober, nou dan kun je je fiets wel thuislaten.’ Echt niet!
Voor vandaag had ik een niet te lange route via Komoot uitgezocht. 37 km met een kleine 600 meter aan hoogte. Lijkt niet veel maar als je de Engelse lucht echt wilt opsnuiven ben je toch wel een middagje bezig.

Omdat vrienden hier wonen, zijn we vaker in deze regio geweest, maar fietsen en wandelen deden we altijd onder hun ‘begeleiding’. En dat is toch anders.
De route vanuit Hurstbourne Tarrant rijdt over de hilly side van Hampshire, ofwel veel klimmetjes.

Niet te lang, maar een enkele keer schiet het percentage toch boven de 17% en dan schiet de hartslag mee omhoog 😊.
De wegen zijn mooi, maar het blijft opletten door het vele grind op het midden van de weg. Ook de herfst laat zich van haar mooie kanten zien met afdalingen vol beukennootjes, kastanjes en eikels. Schitterend om dit met de gravelbike met 40mm banden te doen, maar …. opletten.

Dat hier niet méér gefietst wordt, begrijp ik niet. Een racefietser, een mtb’er en een moeder met kind waren de enige tweewielers die we tegenkwamen. De auto is verreweg favoriet.

Een van de steile klimmetjes ging naar Gallows Down. Klinkt raar voor een berg maar toch was het zo. Op die berg staat een hoge galg waar George and Dorothy 3,5 eeuw geleden zijn opgehangen voor een lovers’ crime. Zo kon iedereen vanaf grote afstand zien wat er met je gebeurt als je je niet gedraagt.

Het barst hier overigens van de fazanten en in mindere mate van grijze eekhoorns. Na iedere bocht zie je de fazanten wegschieten. Soms vliegen ze meters voor je uit over de met hoge heggen omrande wegen. Jammer dat ik dat niet kon fotograferen. Behalve de vele door auto’s aangereden exemplaren dan, maar dat leek mij niet zo smakelijk.

Het valt mij overigens op dat ieder gehucht in Hampshire wel een George Inn heeft. En daar is niks mis mee, maar bijna iedere kerk is een St Peter’s church. Wat heb ik verkeerd gedaan! Je zou toch verwachten dat dit andersom moet zijn 😊.

Na 37 km stonden we op ons beginpunt. Anja had denk ik net stiekem een Snelle Jelle naar binnen gewerkt, want zij wilde nog een stukkie. Geen probleem natuurlijk en al helemaal niet als het doel the George Inn (daar is ie weer) was, 2 dorpen verderop, waar ik mij tegoed deed aan een lekkere Pedigree Amber Ale. What a wonderful world in Hampshire.

Mijn Hoepje gaat dicht

Totaal verrast was ik door de post gisteren op Insta, die aangaf dat de Ronde Hoep voor 3 jaar dicht gaat. Eerst dacht ik nog even dat het alleen het stukje langs de A9 was vanwege de verbreding van dit stuk snelweg. Maar al snel bleek dat de reden een hele andere is.

Foto is ‘gejat’ van De Haan Wielersport

De dijk moet verhoogd worden en daarom gaat mijn Hoepje dicht. 3 jaar! Dit is veel erger dan de Afsluitdijk, die ook voor tig jaar is afgesloten voor fietsers. Tuti fietsend Amsterdam pakt doordeweeks ’s avonds een Hoepje en zelf begin of eindig ik ook vaak met een deel van de Ronde Hoep.

Ik heb even gecheckt, in de 9 jaren dat ik op Strava zit, zie ik dan ik sommige Hoep-segmenten bijna 300 keer heb gereden. Het verveelt nooit. Ik heb er veel PR’s gereden, heb er met extreme hitte gefietst en met flinke storm, ongelooflijke stortbuien op mijn kop gehad. Ik ben er een keer serieus gechickt. Maar ik heb er volgens mij nog nooit een lekke band gehad, ben nooit in de berm beland of gevallen. Althans, hier heb ik geen actieve herinnering aan.

Samen met Anja heb ik er ook een keer gekampeerd. Op de fiets er naartoe uiteraard. Kamperen op een paar kilometer van huis en toch een vakantiegevoel hebben. Bij de Ronde Hoep kan dat.

Ik denk dat veel wielrenners met mij treuren, maar ik kan mij ook voorstellen dat bij sommige bewoners de vlag uit gaat. Ik sprak een keer een bewoner die verrot gescholden werd door een groep wielrenners omdat ze haar hond op haar Ronde Hoep aan het uitlaten was. ‘Hou die kolere hond bij je!’

Maar goed, ik moet voor de komende 3 jaar dus op zoek naar een alternatieve route om toch aan mijn extra kilometers te komen. Komt goed, denk ik.

Galerij der Groene Groten

Om 8:00 uur had ik in de Achterhoek afgesproken met de organisatie van de Strade Bianche. Waarom zo vroeg? Omdat ik zou worden toegevoegd aan de Galerij der Groene Groten.
Een van de vele creatieve dingen waarom ik deze Strade de leukste van Nederland vind. En de mooiste. Maar waarom werd ik nu toegevoegd zul je je afvragen. Nou gewoon omdat ik had geraden hoeveel recycle-bekers er vorig jaar níet waren teruggekomen. Bleken er 27 te zijn. En met mijn geluksgetal 25 zat ik het meest in de buurt 😁. Ik hield er nog een mooie ingelijste poster aan over.

Maar goed, ik kwam natuurlijk om voor de 6e keer de Witte cross te fietsen. Ook nu weer 150km. Dit jaar ging ik voor de verandering eens alleen van start. Hoewel alleen, met 1100 inschrijvingen zat het weer vol.
De start was dit keer niet in het openlucht theater. Bijna een reden om niet te gaan, maar eerlijk gezegd heb ik het geen seconde gemist. Het leek allemaal wat praktischer ingericht. Er was zelfs plaats voor een veelkoppig mannenkoor (sorry als er toch dames bij waren) dat om 8:00 uur al uit volle borst ‘Laat de zon in je hart’ zong.

Omdat ik alleen reed had ik mezelf beloofd niet te gaan jakkeren en niet bij groepjes aan te haken. Easy going en het Achterhoekse landschap op me laten indalen. Heerlijk, ook al was het nog geen 10 graden bij de start.
Trouwens over geluksgetal gesproken. Ik had startnummer 13. Heel even dacht ik om een ander nummer te vragen. Maar ik deed het niet. Even bewijzen dat het onzin is en het noodlot tarten.

Soms bleek het toch moeilijk om niet aan te haken bij groepen. Hoewel na een paar bochten was ik de meeste groepjes toch weer kwijt.
Ik heb al eerder verteld dat ik offroad een schijterd ben. Dus waar vrijwel iedereen met een Paaschberg wielershirt door de bochten knalde, remde ik af, clickte ik een schoen los, of eindigde ik bijna in de berm. Natuurlijk even aanzetten en weer aanhaken. Totdat een stemmetje in mij zei ‘Keizer, je zou het vandaag anders doen’. En daar ging de groep. Genietend van de omgeving fietste ik rustig verder.

Ook de eerste pauzeplek was anders. Niet ergens midden in het bos, maar op het erf van iemand. Perfecte plek. Nog geen feest hier, maar de gitaren werden al gestemd en de koffie was bijna klaar. Maar de chocomel vloeide al rijkelijk en de Achterhoekse cake smaakte weer perfect.

Aan de vorm van de route kon ik zien dat er wel nieuwe stukken waren maar ook veel hetzelfde. En toch voelde het nieuw. Of was ik nu minder gefocust op het achterwiel van een voorganger en lette ik meer op de omgeving? Ik genot van de 10-tallen tractoren, of ik moet geloof ik trekkers zeggen, die me tegemoet kwamen. Ik hoop niet dat ze opweg naar Den Haag waren, want er zaten aardig wat oldtimers bij. Den Haag is nog ver. Door al die trekkers had ik in ieder geval geen oog meer voor mijn GPS en miste ik mijn afslag. En met mij 2 anderen die lekker mijn wiel zaten.

Door niet bij groepen aan te haken, fietste ik soms ook een stief kwartier alleen. Zeker op de stukken waar alleen de 150km kwam. Ben ik wellicht de laatste, ging er door mijn hoofd.

Maar bij de eerstkomende rustplek was het weer een gezellige drukte. Ik begroet een vrijwilliger toen ik het terrein op reed. ‘Hé, jij bent Peter toch’. Stom verbaasd dat ik tussen al die fietsers met helm en bril door een vrijwilliger herkend wordt. Oké, ik doe al 7 keer mee 😁, maar ik vind dit echt typerend voor de inzet en passie van alle vrijwilligers hier. Grote klasse!

Na een snack, mijn koffiebonnetje verzilveren voor een perfecte Doppio en een plaspauze, begin ik aan de laatste 30 km.
Weinig plassen onderweg trouwens. Van de regen de dag ervoor is weinig meer te zien. Heel soms een grote wegbrede plas. Bij één kon ik niet meer op tijd remmen, dus dan er doorheen. Schrok er zelf van, want hij was veel dieper dan ik dacht. Zag ik even niet aankomen.

En dan zie ik ineens Zwiepseweg linksaf op mij Wahoo staan. Als ik de routekaart goed had ‘gelezen’ zaten we weer 2 klimmetjes op het eind. Nu dus. De eerste wat zanderig in de klim en afdaling. Meerdere mensen gingen lopen, zowel naar boven als naar beneden. De klinkerklim is makkelijker met wat venijn in de staart. In de afdaling laat ik mij toch weer verrassen. Ik weet dat er een haakse bocht naar links in zit waar ik in vorige edities wel eens rechtdoor ben gegaan. Nu maakte ik wel de bocht. Maar veel te ruim. ‘Maar goed dat ze de mais al geoogst hebben’, hoorde ik een vrouw direct achter mij zeggen. Inderdaad, anders had ik de maiskolven tot achter mijn oren gehad.

Aan de finish wachtte een broodje hamburger op mij. Doe maar Vega, zeg ik. Vermoeid maar genietend peuzel ik mijn broodje op terwijl ik 148km Strade Bianche Achterhoek upload naar Strava.

Mooi weer, geen lekke banden, niet gevallen. Ofwel dat 13 ongeluk brengt is onzin. Of het moet die file zijn geweest die ik 4 km vlak voor Amstelveen opeens had 😁. Tot volgend jaar.

Het hadden er 350 moeten zijn

Het gebeurt niet wekelijks dat ik om half 10 al 130 km op de teller heb staan. Het moet dan ook een bijzondere dag worden. Een dag die ik een half jaar geleden al in mijn agenda had omcirkeld.
29 jaar geleden fietste ik met mijn broer Jan een Ronde IJsselmeer van 340km. En vandaag wil ik dat dagrecord proberen te verbreken.

Al bijna 2 weken maakte ik mij zorgen. Niet om mijn fiets, want die heb ik helemaal in orde laten maken bij De Haan. Niet om de afstand, niet om zadelpijn of weet ik wat. Nee, om de temperatuur. Hoewel het iedere dag wisselt komt de 30 graden toch steeds vaker in beeld. En dat blijkt uit te komen. De verwachting vandaag wordt 32 graden.
Om 4:00 uur gaat de wekker. Ik heb goed geslapen, dus spring mijn bed uit. Wielerkleding aan en eten. Vier bammetjes en een banaan zijn genoeg om de eerste kilometers vol te houden. Tien voor vijf stap ik op mijn fiets. Voor de zekerheid heb ik mijn lampjes nog even aan. Temperatuur is uitstekend. Toch wel lekker hoor om in alle rust langs de Ringvaart te fietsen. Helaas komt de zon achter mij op. Dus regelmatig kijk ik achterom om al het moois te aanschouwen. De wind staat oost en moet als het goed is later op de dag naar zuid draaien. Al snel zit ik op een gemiddelde van 28,5 km per uur. Harder hoeft niet, sterker nog over de hele dag mag het zelfs nog langzamer.

Ik heb vooraf regelmatig de vraag gekregen, wat ik dan doe als ik aan het fietsen ben. Genieten, rondkijken en rekenen. Hoe ver kom ik als ik 28,5 km gemiddeld rijd en 14 uur daadwerkelijk aan het fietsen ben. Of, hoeveel procent heb ik al gefietst bij x kilometer.
Voor ik het weet verlaat ik de Ringvaart al. De eerste 50 km zitten erop. Ik fiets via het Amstel-Drechtkanaal weer helemaal terug naar Uithoorn om vervolgens bij km 75 via de Kromme Mijdrecht naar Woerdense Verlaat te gaan. Het is nog rustig op de weg. Een enkele wielrenner en vakantiefietser zeg ik gedag. Gelukkig is de weg langs de Meije open. Scheelt weer omrijden, maar de weg is wel slecht. Door wegwerkzaam- heden liggen er veel steentjes op de weg. Gelukkig is het droog dus de kans op lekrijden is een stuk minder. De warmte valt nog steeds mee. De krentenbollen en bananen gaan er nog steeds goed in. Bij km 116 app ik Anja die klaar staat bij wielercafe Fausto langs de Lek bij Schoonhoven. ‘9:30 ga ik halen’.
Mijn eerste stop. De koffie met appeltaart gaat er goed in. En een extra boterham met appelstroop smaakt goed.

Robbert is er ook al. Hij wilde mij steunen met mijn uitdaging, dus hij rijdt de komende 65 km met mij mee. De wind is nog steeds overwegend oost. Ofwel wind mee naar Krimpen ad Lek. Gezellig keuvelen we over fietsen tijdens vakanties en over zijn nieuwe gravelbike.
Het is even wachten voor de pont bij Krimpen, die ons naar Kinderdijk brengt. Tegen de verwachting in is het rustig bij de vele molens. Vrij eenvoudig kunnen we om de toeristen heen manouvreren en na 500 meter keert de rust van de Krimpenerwaard weer terug. Langs hoge rietkragen fietsen we oostwaarts. Niet heel overzichtelijk maar wel schitterend. Robbert heeft de kop genomen en ik fiets rustig achter hem aan.

De wind is niet hard, maar alle beetjes schuilen achter hem helpen. Met iets meer dan 28 km gemiddeld fietsen we langs mooie plaatsjes als Langerak en Ameide. Onderweg zie ik rustig een purperreiger overvliegen en een ooievaar met zijn bek open op een lantaarnpaal. Bij de brug over de Lek bij Vianen neem ik afscheid van Robbert. Hij keert weer huiswaarts. De teller bij mij staat inmiddels op 195. Ik eet nog een banaantje, dank Robbert en app Anja. ‘Ik kom iets later dan gepland, maar 200 km blijkt dan ook 205 bij de 2e stop’.
Gelukkig kan ze wel aan bij Salmseke aan de Lek staan. Officieel is dit niet toegankelijk voor verkeer ivm dijkwerkzaamheden. Voordeel is dat hier een waterpunt is en toiletten. En je heb nog een beetje koelte van de Lek. Wij zitten onder een boom in de schaduw. Ik kan geen zon verdragen. Op de fiets ging het goed, maar nu krijg ik last van de warmte en heb weinig trek om te eten. Het is inmiddels 32 graden. Anja doet er alles aan om mij te laten afkoelen. Natte doeken op mijn hoofd en in mijn nek doen hun werk. Het is druk bij Salmsteke. Veel mensen komen nu pas aan om lekker de bakken aan de Lek. Ik verklaar ze voor gek, maar realiseer me tegelijkertijd tijd dat ze dat mij hetzelfde verklaren.

Na 15 minuten ga ik mij beter voelen. Ik kan wat eten en neem ook 2 bekers bouillon. Na een sanitaire stop maak ik mij op om verder te gaan. Ik lig een half uur achter op het vooraf bepaalde schema, maar geen nood, nog tijd genoeg.
De wind is inmiddels zuid. Met 28/29 km in het uur trek ik noordwaarts. Het gaat lekker. Montfoort, Linschoten, Woerden, Kanis. In een roes rij ik verder. Het is rustig op de weg. Iedereen heeft blijkbaar de koelte opgezocht. Zelfs de terrassen zijn leeg. Ook in de schaduw is het te heet.
Tot Wilnis gaat het nog redelijk goed, hoewel de hitte steeds meer mijn aandacht heeft. De wind is afgenomen waardoor de warmte nog meer voelbaar is. Met ‘wind mee’ ligt mijn snelheid net aan op 27 km per uur. Gemiddeld nog steeds geen probleem. Een paar kilometer verder merk ik dat dit ik echt bevangen raak door de hitte. Mijn ‘officiële route’ gaat langs Botshol, maar ik besluit om het in te korten, zodat de afstand naar Breukelen korter wordt. Daar staat Anja, kan ik goed rusten en misschien wordt de temperatuur later iets beter. Langs de N201 naar Vinkeveen rij ik nog max 25 km per uur. Ik begin te twijfelen, moet ik wel naar Breukelen rijden. Ik moet denken aan de app van vriend Frank. ‘Volgens mij is het belangrijkste dat je heelhuids thuis komt en geen zonnesteek oploopt of onwel wordt.’ Bij mijn twijfel merk ik ook nog eens dat mijn achterband leegloopt. Shit lekke band! En op dat moment staat mijn besluit ook direct vast. Ik ga de volledige ronde niet afmaken. Gelukkig ben ik net bij het viaduct van Vinkeveen. Schaduw!

Ik bel Anja. ‘Ik heb een lekke band én ik stop ermee. Ik fiets nog wel naar huis’. Zij informeert broer Jan die de laatste 50km zou meefietsen. Hij heeft dus een avondje vrij 😁.
Ik neem ‘alle tijd’ om mijn band te plakken zodat ik meteen mijn  rustpauze heb. Toeval of niet maar opeens komt vriend Rob langs. Hij parkeert zijn auto op het fietspad en komt even kijken wat ik hier doe. We kletsen wat en ik maak mij op voor de laatste km’s naar huis. Niet de kortste weg, wel de leukste. In het begin gaat het nog, maar al snel gaat het kaarsje weer uit. Mijn benen voelen nog goed, geen kramp of iets dergelijks maar wel veel pijn in mijn voeten door mijn schoenen. En gewoon totale behoefte om snel thuis te zijn. Ik wil een tunnel onder de A9 door pakken. Damn, afgesloten! Dus moet ik terug naar de Binnen-Amstel. Ik app Anja dat ik moet omrijden, die ik vervolgens vergeet te versturen. De volgende onderdoorgang bij Ouderkerk lukt gelukkig wel. Ik neem nog een gelletje en vraag mij tegelijkertijd af of ik die wel ga binnenhouden. Op dit moment nog wel.
Op de Amstel is het druk, op de vele sloepen klinkt harde muziek en er worden gezellig gedronken en gefeest. Ik moet nog 3 km en ben aan het afzien. Als ik de tuin in rij staat de teller op 265 km.
Anja doet meteen open als ik aanbel. ‘Wat wil je dat ik doe?, vraagt ze. ‘Niets, ik wil zitten en een bak want ik weet niet of ik alles binnenhoud’. Binnen  5 minuten komt het gelletje toch naar buiten. Na een uur gaat het gelukkig weer beter. Ik ga douchen en krijg weer trek om te eten. Ik lijk snel te  herstellen en we maken nog een koele avondwandeling. Want ook voor Anja was het een warme dag.

De geplande route

Doelloos fietsen

Regelmatig kreeg ik in 2022 de vraag of ik nog fietsplannen had. En dan bedoelen ze natuurlijk niet een Rondje Hoep of een mooi fietsrondje in Frankrijk. ‘Nee’, was het antwoord telkens.

Heb ik dan het hele jaar doelloos rond gefietst? Nee en ja. Nee, omdat ik mooie kilometers in de Eiffel, de Ardennen, de Cevennen en uiteraard in Nederland heb gereden. Ja, omdat ik nergens voor in training was. En dat voelde toch anders.

Niet voor Strava, want die deelde afgelopen week zo’n pak veren uit, dat ik niet meer op het zadel kon zitten. ‘Je behoort tot de 9% actiefste Strava-gebruiker’. En ooohh wat heb je veel hoogtemeters gemaakt en veel fietskilometers. Nou oke, met ruim 36.000 hm en 8.000 km hoef ik me niet te schamen. Maar als ik de kleine lettertjes eronder bekijk, zie ik allemaal pijlen naar beneden. ‘Dat dashboard ziet er niet zo fraai uit zouden ze op mijn werk zeggen. 41 dagen minder gefietst, ruim 29.000 minder hoogtemeters. En 4.700km! minder. Dat zijn bijna 80 Rondjes Ringvaart minder. Maar goed, heb ik genoten dit jaar? Jaaa! Ga ik dan volgend jaar weer doelloos rondfietsen? Neee!

Rond de zomer word ik altijd op mijn Strava tijdlijn geïnspireerd door sportvrienden die de langste dag gebruiken om een monster presentatie neer te zetten. De 300+ers vliegen je dan om de oren. Heb ik ook heus wel eens gedaan hoor 😁. Toen ik 30 was, reed ik met mijn broer een Rondje IJsselmeer van 340km. Ik ben nu bijna de dubbele leeftijd, zou ik het nog kunnen? Niet een Rondje IJsselmeer hoor, dat is veel te saai, maar een 340-er door oa het Groene Hart. Fietsen van zonsopkomst tot zonsondergang. Lijkt mij een mooie uitdaging voor 2023. Toch?

Strade Bianchi Achterhoek!

Ja, ja, ik weet heus wel dat de titel verkeerd geschreven is. Voor de zesde keer deed ik mee aan de Strade Bianche Achterhoek. Maar wel voor het eerst op mijn gravelbike. Een Bianchi!

Niet mijn eerste keus, maar eind vorig jaar was er nauwelijks aan een beetje behoorlijke gravelbike te komen. Totdat De Haan mij belde dat ze er toch eentje binnen hadden gekregen. In mijn maat en of ik toch niet even wilde komen kijken. Na een proefritje was ik meteen om. Inpakken maar!

Dit jaar reed ik de Strade met Machiel en Reng. Machiel vroeg vooraf nog of ik weer een blogje ging schrijven. Nah, weet ik niet hoor, reageerde ik, wat kun je na vijf blogs nog over de mooiste Strade bianche van Nederland schrijven. Ieder volgend blog zou ik in herhaling vallen. Met zinnen als; Voelt als thuiskomen in openlucht theater / Allemaal enthousiaste vrijwilligers / Gezellige, muzikaal ondersteunde stops / Verrukkelijke lokale cake / Prachtige routes door een schitterend landschap, perfect uitgepijld en via gps / Etc etc.

Weinig nieuws dus 😁 en toch was het dit jaar anders. De organisatie wilde de groenste, witte cross organiseren.
Dat merkte ik meteen al bij de start. De stuurbordjes, waar ik al een aardige verzameling van heb, waren vervangen door een dubbele sticker. Eén voor op de fiets en één voor op je helm, zodat je kunt bewijzen dat de fiets bij jou hoort.
Ook waren er hardplastic bekers voor koffie en bier, die na gebruik verzameld werden in kratten om vervolgens weer schoon te maken voor hergebruik .
Er waren geen losse energybars meer met plastic wikkels bij de stops. De verrukkelijke streekcake was niet verpakt en lag ‘gewoon’ op tafel. Slim!

De broodjes hambo na 155 km gravelen waren er gelukkig nog wel. Toch een verschil ….. ze waren allemaal vega. En ze waren top. Ik heb geen enkele diehard vleeseter horen klagen.
Oja ook was er nog een platform opgezet om met elkaar te poolen als je van ver komt. Ik heb geen poging gedaan om iemand uit 020 te vinden. Volgend jaar misschien toch maar proberen. Nu reed ik door de file 2 uur alleen op weg naar huis. Genietend van weer een fantastische Strade. Dat dan wel weer.

Niet-wielrenners

‘Niet-wielrenners. De leegheid van die levens schokt me’. Een beetje wielrenner én boekenwurm herkent deze zin uit De Renner van Tim Krabbé.
Afgelopen week moest ik aan hem denken. Voor het eerst tijdens onze zomervakantie nam ik mijn racefiets mee. Niet mijn wegfiets, daar ben ik net even te zuinig op. Met kamperen zou hij 3 weken buiten moeten staan, evt onder een zeiltje. En dat zag ik niet zitten, dus is het de gravelbike geworden. En daar had ik zeker geen spijt van. De perfecte fiets voor het Franse land. Hoewel het asfalt vaak goed is, kwam ik toch geregeld op gravelstroken terecht. Geen probleem dus, gewoon doorfietsen. Ook in de beklimmingen viel het mij zeker niet tegen. Oké een beetje meer weerstand, maar dat vond ik geen probleem. Op onze eerste stop in de Loire was het sowieso eenvoudig vanwege de geringe hoogtemeters. Veel e-bikers zoevend op weg naar een mooi chateautje. Ook veel mensen die ‘langs de Loire fietsen’ als uitdaging hebben gekozen. Zeker leuk en mooi voor 10 of 20 km, maar om er nu een paar honderd km langs te fietsen lijkt mij niets.

Nee geef mij maar iets meer hoogtemeters, ook met de gravelbike. In de Cevennen was ik dan ook meer in mijn sas. Zo ook Anja met haar Olijfje, zoals ze haar olijfkleurige e-bike liefkozend noemt. We zaten bij Meyrueis en eerlijk gezegd kwam ik er pas na een paar dagen achter dat dit dé startplek is van de door Tim Krabbé uitgebreid beschreven Ronde van de Mont Aigoual. Een schitterend gebied. Ruig, dor, schapen en vooral rust. In de Cayon de la Jonte kom je nog een enkele fietser tegen.

Maar verlaat je met een pittige klim deze kloof dan kom je op een God en iedereen verlaten plateau. Hoewel God er wel degelijk rondwaart want in de meest kleine plaatjes staat een joekel van een Eglise.

Helaas was er geen tijd (rotsmoes natuurlijk) om de Mont Aigoual ook de beklimmen. Deze Mont is dé klim in de omgeving en in De Renner. Achteraf jammer, dat ik dat niet gedaan heb, dus ik moet nog een keer terug 😊
Komoot is mijn vriend als het gaat om mooie routes in de omgeving te selecteren. Natuurlijk een beetje zoeken naar een op maat route, maar verder weinig verrassingen tot nu toe. Niet in de Cevennen, maar ook niet in de Auvergne, onze laatste plek. In de Auvergne hadden we een paar dagen afgesproken met vrienden, waarvan híj de zin van Krabbé wel heel bizar naleeft. Geen ‘leegheid’ voor hem. Geen dag zonder een fietstocht van ca 75km. 365 dagen per jaar. Zo ook op hun dag van aankomst in de Auvergne. De camper stond nog niet op de plek of ik kreeg al de vraag of ik een mooie route van 70 a 80 km in gedachten had. Gelukkig had ik mij goed voorbereid, dus na de lunch konden we meteen vertrekken. Een schitterende streek met al die Puys, maar dit zorgt er wel voor dat er geen vlak stukje asfalt te vinden is. Werken dus.

Het toeval wil dat in deze rit na één km klimmen ook hier een gravelstrook in zat. Voor mij geen probleem natuurlijk, maar mijn compagnon op de racefiets zag dit niet zo zitten. Ook omdat niet helemaal duidelijk was hoelang die strook was. Dus die geplande 80km werd 90 km en die 1500hm werden er 1900. Wel een mooie tocht hoor, met Col de la Croix Morand als einddoel. Een stevige klim die ik de laatste 4km helaas met krampen in de bovenbenen moest volbrengen. Gelukkig kon ik de kramp er iedere keer uit fietsen. Hier overigens wel veel renners onderweg, die duidelijk allemaal geen last hadden van een frozen shoulder. Zodra je ze passeerde staken zij hun hand tot boven de schouder op. Erg vriendelijk. Dat is wel iets anders dan het subtiele knikje. Misschien moet ik dat in Nederland ook maar gaan invoeren.

Zweetdruppels op een gloeiende plaat?

Door personeelstekorten zie je dat menig ondernemer een tandje terug moet in zijn contact en service met zijn klanten. Maar sommigen pakken dit heel anders aan.

De Haan Wielersport bestaat dit jaar 55 jaar. Dus wat doet eigenaar Roel? Hij organiseert een social ride voor zijn vaste klanten. En dit is niet de eerste keer, want deze winter hadden ze op Zwift ook al een aantal social rides georganiseerd. Uiteraard was het dit keer om zichzelf en zijn personeel in het zonnetje te zetten, maar ook om geld op te halen voor Oekraïne. De hoogte van de bijdrage mag je zelf weten, als het maar minimaal 55 cent is 😁. De Haan verdubbelt de bijdragen vervolgens. Even denk ik aan al die honderden miljoenen euro’s en dollars die al richting Oekraïne gaan. Is dit dan niet een zweetdruppel op een gloeiende plaat? De gedachte laat ik snel varen, want ik vind het een top initiatief. En wat is het mooi om in vrijheid met elkaar een rondje te fietsen.
Het is schitterend weer voor een social ride.

Een graad of achttien, weinig wind en dan ook nog eens zuid. Ik word ontvangen met gebak van de lokale bakker Out, lekkere koffie en krijg voor onderweg nog wat winegums mee. De belangstelling is groot. Maximaal 55 klanten doen mee. Er zijn 5 groepen voor de verschillende snelheden. Ik kies al snel voor de prestatie groep.  Boven de 28km/u lees ik op het formulier. Eenmaal buiten ga ik mij toch een beetje zorgen maken. Niet vanwege die 28, maar ik vang het gerucht op dat er bij die prestatiegroep ook een Olympisch kampioen rijdt en dat er niet onder de 40 km/u wordt gereden. Euhhh even checken bij de mannen van de Haan. Een verhaal over samen uit, samen thuis volgt. 

Gelukkig is er al snel een betere oplossing. Het zou niet echt veilig zijn om met een grote groep hardrijders door kleine plaatsen of smalle wegen te rijden. Dus er komt een snelle en een ‘langzame’ presentatie groep.  Phew, kom ik daar even goed weg! Met een rijsnelheid van 32km/u begin ik toch iets lekkerder aan de tocht.

Na de openingsspeech, de groepsindeling en een fotomomentje vertrekken we. Via de KOM van Ouderkerk komen we langs de Ronde Hoep. Ik had de route op mijn Wahoo staan zodat hoefde niet iedere keer op een linksaf of rechtsaf te wachten. Met een tocht van 55 km, kan het bijna niet anders dat ik vrijwel alle wegen ken. Al vanaf mijn 14e fiets ik hier rond. En toch werd ik aangenaam verrast na Loenersloot. Niet de hele tijd langs het Kanaal dit keer, maar via een polderweg waarvan ik het bestaan niet eens wist, reden we naar Ter Aar. Daar moesten we nog een stukje gravelen in verband met wegopbrekingen, wat prompt 2 km later een lekke band opleverde bij een van de mederijders. Via De Haanweg, hoe toevallig, verlieten we dit stuk polder om richting de Baambrugse Zuwe te gaan. Gelukkig was het hier nog rustig, want met een groep ga je al snel te hard en word je als asociaal gezien. En dat willen we uiteraard niet 😬. We zijn inmiddels alweer via de Botshol op weg naar Uithoorn. Windje lekker in de rug en ook vanaf Uithoorn trappen we op het gemak 34-36 km in het uur.

Samen uit, samen thuis. Dat is goed gelukt. De snelle groep had al ‘gedoucht’ toen wij kwamen, maar volgens mij ontbrak het ‘social’ daar een beetje met een gemiddelde van ruim 37 in het uur. Maar man, wat een snelheid! Ach als iedereen maar lekker gefietst heeft. En dat lijkt gelukt. Na ons duurde het niet lang voordat ook de andere groepen een voor een binnenkwamen. Een mooie tocht en met een nog mooier resultaat, want ik hoor dat er ruim €712,59 is opgehaald en dat er dus €1500 wordt overgemaakt voor Oekraïne. Doen ze toch maar weer mooi, die de Haantjes. Dit smaakt naar meer al zeg ik het zelf, maar dat laat ik graag aan hun zelf over.

Strade Asperges

Al een half jaar heb ik een gravelbike. Gekocht in een tijd dat ze nergens te krijgen waren, maar mijn dealer De Haan belde dat hij er toevallig een binnen had gekregen die wel eens mijn maat zou kunnen zijn. Eerst twijfel, want geen carbon en geen Cannondale, maar in de winter heb ik inmiddels toch lekker menig tochtje op mijn Bianchi kunnen rijden ….. op asfalt.

Anderhalf uur moest ik afgelopen zondag reizen om mijn gravelbike zijn echte vuurdoop te geven. En dan kijk je toch vreemd op als je in Veldhoven op bestemming aan komt en geen geparkeerde auto’s ziet. Toch weet ik dat ik goed zit, omdat iedereen in een TWC Brabantia wieleroutfit rondloopt. Ik rij vandaag de Strade Brabantia. Na 5 jaar de Witte Cross in de Achterhoek, ga ik nu voor het eerst over de Brabantse Strades rijden.
De rustige aankomst verrast mij. Ik mag natuurlijk niet vergelijken, maar 80 voorinschrijvingen is wel even iets anders dan een uitverkocht huis in de Achterhoek met 1000 inschrijvingen. Ik hoop dat dit geen voorbode is.

Al snel komt Pieter, met wie ik deze Strade ga rijden. Na een bakske koffie start ik mijn Wahoo voor de 105km route.
De zon schijnt, het is best fris met 9 graden en er waait een stevige noordenwind. Wel korte broek dus, maar mouwtjes en een windhesje zijn wel prettig.
Iedere organisatie van een Strade loopt altijd een beetje te patsen met het percentage offroad wegen. Brabantia lijkt ten onrechte bescheiden, want na een paar honderd meter verlaten we het asfalt al om er bijna niet meer op terug te keren. Ik krijg een Brabant te zien dat ik nog niet kende. En Pieter, die zelf ‘uit de buurt’ komt, ook. 90% van de wegen is ook nieuw voor hem.
Het is de afgelopen weken droog geweest, dus we worden getrakteerd op mooie droge gravelstroken. Die door de harde wind soms veel stof doen opwaaien. Lekker voor mijn lenzen 😬. Het blijft uiteraard niet alleen bij gravel, ook grasstroken en boeren landwegen gaan onder mijn 40mm banden door. Op de mulle paden was het flink bikkelen om overeind te blijven. Maar het ging in ieder geval een stuk beter dan toen ik nog een crosser had met 31mm banden. Op sommige stukken merkte ik wel dat ik iets te veel bar in mijn banden had. Op de paden met boomwortels en graspollen klapperde het zadel tegen mijn kont en moest ik mijn stuur wel heel goed vasthouden om niet los te schieten.

Met al die aandacht bij het ‘lezen van de weg’ vergeet ik soms om mijn heen te kijken en te genieten van de schitterende omgeving. Wat ligt de Kampina heide er mooi bij. De eerste stop met koffie en appeltaart is pas op 63 km, een beetje laat, dus plannen we onze eigen stop op deze heide voor sanitair en een krentenbol.

De vele aspergevelden maken ook indruk op mij. Op het land wordt hard gewerkt om het witte goud uit de grond te halen.  Hoe verder ik kom, hoe meer trek ik krijg in een bord aspergesoep en hoe meer mijn gedachten afdwalen hoe ik een portie asperges mee naar de finish zou kunnen nemen.

Eindelijk tikken we de 100km aan. Nog even uitrijden naar de eindstreep, dacht ik. Not! We moesten ook de laatste kilometers nog even diep door het stof op de brede mulle paden en dwars over een nog braakliggend akkerbouwland
Oke het was flink werken, maar toch begrijp ik er niets van. Waarom zijn hier zó weinig deelnemers? De  laatste 30 km hebben we vrijwel niemand meer gezien.
Tenzij de organisatie het klein wil houden en het Brabantse landschap voor zichzelf wil houden, anders zou ik zeggen, volgend jaar allemaal meedoen. Als voorbereiding op de GravelRide, of de Strade Bianche Achterhoek eind september of gewoon om mooi Brabant te ontdekken.